Een testomgeving gebruiken

Als u beschikt over een productiesite en u bent van plan om grote wijzigingen door te voeren, overweeg dan om een testomgeving in te stellen — een aparte locatie op de server waar u eenvoudig een kopie van de site kunt bijwerken en testen voordat u deze in productie neemt.

Wij raden u aan om op de volgende manier van een testomgeving gebruik te maken:

  1. Bepaal waar u de ontwikkelkopie wilt hosten en bereid de ontwikkelomgeving voor. U kunt ervoor kiezen deze in dezelfde subsectie te hosten, binnen een apart abonnement op dezelfde server of om het te uploaden naar een FTP-account op een andere server.

    Als u kiest voor hetzelfde abonnement dan moet u eerst een nieuwe website aanmaken door een domein of subdomein toe te voegen.

  2. (Optionele stap.) Als u uw ontwikkelomgeving instelt binnen uw account in Plesk Panel en uw productiesite beschikt over APS-toepassingen die via Plesk zijn geïnstalleerd (kijk in de sectie Toepassingen), installeer dan de gewenste sitetoepassingen in uw ontwikkelomgeving in dezelfde submap als die u voor de productiesite gebruikt. Deze stap is optioneel; u voorkomt hier echter mee dat u de instellingen voor de verbinding met de database en scripts handmatig moet aanpassen.
  3. Maak een kopie van de website en plaats deze in de testomgeving.
  4. Maak kopieën van de databases die door de site worden gebruikt en stel deze in voor de testomgeving.
  5. Pas de instellingen van de verbinding met de database aan in de scripts om te verwijzen naar de databases in de testomgeving.
  6. (Optionele stap.) De installatie van een APS-toepassing voltooien. Ga naar het sectie Toepassingen van uw site in ontwikkeling, zoek naar de toepassing in de lijst met geïnstalleerd toepassingen, open de pagina Instellingen en sla de parameters opnieuw op. Hierdoor zullen de APS-scripts niet langer wijzen naar de productiedatabase en worden de toepassing en de kopie van de database opnieuw aan elkaar gekoppeld. Deze stap is nodig als uw productiesite APS-toepassingen heeft geïnstalleerd via Plesk en u stap 2 van deze huidige aanwijzingen hebt uitgevoerd.
  7. Voer de vereiste wijzigingen door in de kopie van de site in de testomgeving en voer een test uit om er zeker van te zijn dat alles werkt zoals het is bedoeld.
  8. Publiceer de bijgewerkte site. Dit doet u door de hoofdmap van de productiesite in te stellen op de locatie van de site in de testomgeving.

Een site instellen in een testomgeving:

  1. Ga naar Websites & domeinen.
  2. Klik ofwel op Domein toevoegen of op Subdomein toevoegen.

    Wij raden u aan een subdomein te gebruiken voor uw ontwikkelomgeving.

  3. Ga verder zoals omschreven onder Domeinen toevoegen of Subdomeinen toevoegen.

Als u niet wilt dat uw testomgeving openbaar toegankelijk is op internet, registreer dan het nieuw toegevoegde domein of subdomein niet bij een registrar, of gebruik een .htaccess-bestand (in het geval van Linux-hosting) om de toegang ertoe te beperken.

Een kopie maken van de bestanden van een website:

  1. Ga naar Websites & domeinen en zoek naam van de website waarvan u een kopie wilt maken.
  2. Klik op Website kopiëren.
  3. De bestanden van een website kopiëren naar de hoofdmap van een bestaand site:
    1. Selecteer de optie Website in Plesk.
    2. Selecteer de site van bestemming in het menu Naam van de site.
    3. Geef aan wat er moet gebeuren met de bestanden die eventueel al in de map van bestemming aanwezig zijn.
  4. De bestanden van een website kopiëren naar een FTP-account op deze of op een andere server:
    1. Selecteer de optie FTP-opslag.
    2. Geef de hostnaam van de server op en de gebruikersnaam en het wachtwoord voor het maken van verbinding met het FTP-account.
    3. In het veld Verbindingsmethode FTP laat u de optie Actieve modus geselecteerd. Als Plesk geen verbinding kan maken met het externe FTP-account, dan selecteert u hier de optie Passieve modus.
  5. Klik op OK.

Als de site scripts bevat die een database gebruiken, kopieer de database dan ook naar de testomgeving:

  • Als de database wordt gehost op dezelfde server die wordt beheerd door Plesk, gebruik dan de onderstaande procedure om deze te kopiëren.
  • Als de database wordt gehost op een server die niet door Plesk wordt beheerd, gebruik dan het hulpprogramma mysqldump om de database te exporteren en verplaats het aldus aangemaakte dumpbestand naar de testomgeving om deze hier in te stellen. Pas de scripts van de site in de testomgeving aan om verbinding te maken met de gekopieerde database.

Een kopie maken van een database vanaf een met Plesk beheerde server:

  1. Ga naar Websites & domeinen >Databases.
  2. Klik op Kopiëren in de lijst met databases voor de database waarvan u een kopie wilt maken.
  3. Geef de volgende gegevens op:
    • Database-server van bestemming. U kunt dezelfde door Plesk beheerde database-server selecteren, of een database-server die zich elders bevindt. Voor een externe database-server geeft u de hostnaam of het IP-adres op en uw inloggegevens: gebruikersnaam en het wachtwoord van een gebruiker van het databasebeheersysteem, die beschikt over het recht om databases en databasetabellen aan te maken.
    • Database van bestemming. U kunt ervoor kiezen om een database aan te maken of om de gegevens naar een bestaande database te kopiëren.
    • Maak een volledige kopie. Laat deze optie geselecteerd om de structuur en alle gegevens van de database te kopiëren.
  4. Klik op OK.

    De kopie van de database zal worden ingesteld op de server van bestemming.

  5. Pas de scripts van de site in de testomgeving aan om verbinding te maken met de gekopieerde database.

Als de kopie van de site in de testomgeving is bijgewerkt en klaar is om live te gaan, publiceer deze dan zoals omschreven in de volgende stappen.

De bijgewerkte site publiceren in de productieomgeving:

  1. Ga naar Websites & domeinen.
  2. Zoek in de lijst met domeinnamen het adres op van uw productiesite en klik hier op.
  3. In het veld Hoofdmap geeft u de hoofdmap op van de site in de testomgeving.
  4. Klik op OK.

Hiermee wordt de bijgewerkte kopie van uw site in de locatie van de testomgeving toegankelijk voor bezoekers van het adres van uw productiesite.